De Marine
Om de nationale kust en de Schelde te verdedigen, roept koning Leopold I in 1831 een zeemacht in het leven. Deze wordt ook verondersteld de Belgische koloniale verzuchtingen te ondersteunen. In 1862 wordt de koninklijke Marine bij gebrek aan belangstelling en geld echter ontbonden. Na de Eerste Wereldoorlog wordt een nieuwe poging ondernomen, maar het is wachten op 1946 om een definitieve en gestructureerde Marine te zien verschijnen.
Op het driehoekige binnenplein van het Museum heeft de afdeling Marine het motorjacht van wijlen koning Boudewijn opgesteld, naast de riviersnelboot La Meuse.
Tot in het begin van de jaren ’60 werd dat vaartuig door de Belgische Marine als verbindingsschip of voor representatieopdrachten gebruikt. Tijdens de rampzalige overstromingen in de winter van 1953 in Nederland zet de Marine haar schepen in om de getroffen bevolking te bevoorraden of te evacueren. La Meuse kon een snelheid van 19 knopen halen.
Het voormalige pleziervaartuig van koning Boudewijn en koningin Fabiola, de Avila, werd vooral tijdens hun vakanties in Spanje gebruikt, waar het schip ook zijn thuishaven had. Na het overlijden van de vorst schonk koningin Fabiola het jacht aan het Legermuseum.
Een immens schilderij van 10 meter hoog en 40 meter lang vormt de achtergrond voor beide boten. Illustere schepen lijken uit het verleden op te duiken: het logistieke steunschip voor mijnenvegers (A957) Kamina, de mijnenveger (M903) Dufour, de schoener Louise Marie, de korvet (K193) Buttercup en het fregat (F910) Wielingen doorklieven de wilde golven van de Noordzee.
De Marine vandaag
Vandaag verdedigt het leger niet enkel het nationale grondgebied. Er wordt meer en meer ingezet op de vrijwaring van de belangen van het Atlantische bondgenootschap. Als lid van de NAVO neemt de Belgische Marine deel aan operaties die de gemeenschapelijke belangen beschermen. Zo werkte België mee aan operaties in ex-Joegoslavië, Irak en Somalië, waar de Marine instond voor de neutralisatie van torpedo’s, patrouilles in internationale wateren en ontmijning.
De Marine is ook actief op andere vlakken: wetenschappelijk onderzoek met de Belgica, reddingsoperaties op zee, bescherming van de visserijzones, mijnenbestrijding.
De Marinezaal
De Marinezaal van het Koninklijk Legermuseum richt de schijnwerpers op collectiestukken, documenten, foto’s, films, maquettes en uniformen. De bezoeker kan ook een “PAP” bewonderen, een “poisson autopropulsé” die door de Belgische mijnenjagers wordt gebruikt.
Samen vertellen de objecten de geschiedenis en de evolutie van de Belgische Marine sinds haar oprichting in 1831. Ze illustreren het verleden van de zeelieden en richten de aandacht op de belangrijke rol die ze in België en in Europa spelen.
In maart 2016 heeft het Museum een nieuwe ruimte over de militaire operaties in Antarctica ingehuldigd.