De Arcades

 

De arcadezaal bevindt zich net onder het befaamde vierspan van de Belgische beeldhouwers Vinçotte en Lagae. Met haar bakstenen gewelven vormt ze een prachtig decor voor wat misschien wel de mooiste objecten in het Museum zijn.

In het begin van de 20e eeuw stellen twee enthousiaste verzamelaars, bankier Georges Titeca en graaf Robert de Ribaucourt, elk een collectie samen die zich toespitst op hoofddeksels, blanke wapens en vuurwapens van de 18e en 19e eeuw.

De verzameling-Titeca richt zich vooral op het Franse Eerste Keizerrijk, de Restauratie en het Tweede Keizerrijk. Ze bestaat uit hoofddeksels, blanke wapens, eretekens en een reeks zeldzame muziekinstrumenten uit het einde van de 18e en het begin van de 19e eeuw. Deze verzameling muziekinstrumenten is trouwens één van de rijkste ter wereld voor dit tijdvak.

Graaf de Ribaucourt was gepassioneerd door wapens en prenten. In 1939 schonk hij zijn collectie aan koning Leopold III, met de wens ze tentoon te stellen. Via de Koninklijke Schenking komt de verzameling in het Museum terecht; een deel ervan wordt hier permanent gepresenteerd.

De zaal verschaft ook toegang tot de terrassen van de arcades, die op 65 meter hoogte een prachtig uitzicht over het Jubelpark en Brussel bieden. Het indrukwekkende geheel werd tussen 1880 en 1905 gebouwd, toen koning Leopold II op waardige wijze de 50e verjaardag van de onafhankelijkheid van België wou vieren.

De bouw en het Jubelpark

De plannen van het bouwwerk zijn van de hand van de Belgische architect Gédéon Bordiau. In 1888 wordt een hal van 300 meter lang in glas en metaal opgetrokken. Enkele jaren later, bij de aanleg van de Tervurenlaan, wordt het middengedeelte van de kolossale structuur weggehaald. Zo ontstaan twee afzonderlijke hallen links en rechts van de arcades. In de linkervleugel bevindt zich nu de luchtvaartafdeling van het Legermuseum, terwijl de rechtervleugel het museum “Autoworld” herbergt.

Om de 75e verjaardag van België, in 1905, luister bij te zetten wordt aan de Fransman Charles Girault gevraagd de werkzaamheden te voltooien. Acht maanden lang werken 450 arbeiders dag en nacht voort. De enkelvoudige triomfboog wordt opgeblazen en door een drieledige constructie vervangen.

Tot in de jaren 1930 verwelkomt de site talloze evenementen, zoals handelsbeurzen, paardenwedstrijden en wereldtentoonstellingen.

Vandaag huisvest het Jubelpark drie musea: het Legermuseum, Autoworld en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis.